Onder groen gestrekte velden
onder 't bladerdek van goud
leeft iets moois, iets wonderbaarlijks
't ligt er wel in duizendvoud
't werd door weer en wind gedragen
't werd gekoesterd en geleid
om daarstraks - wanneer de hemel
zegenend haar stralen spreidt -
sierlijk naar omhoog te rijzen
want wat stil verborgen was
zal ontkiemen en volgroeien
tot een nieuw volmaakt gewas.

               ---

Over groen gestrekte velden
waait de wind, de Geest, het Woord
leeft iets moois, iets wonderbaarlijks
wordt de stem van God gehoord
worden kleine tere zaden
wijd en zijd door Hem verspreid
om daarstraks volgroeid te bloeien
in het land van eeuwigheid.