De zon schijnt bleek door grijze wolken heen,
hoewel reeds vele weken achtereen
hij al heel vroeg op het appel verscheen
en stralend lachte tegen iedereen.

Alleen de kwekers vrezend voor hun kweek,
zij waren daardoor dagenlang van streek.
Ook zij, getroffen door een zonnesteek,
misschien dat daarom 'm nu de lust ontbreekt.

Op zon en mooi weer hoopt de wandelaar,
die liever niet ziet vallen pijpestelen.
Het weer, voor God een groot probleem elk jaar,

Hij die naar beste weten zal verdelen,
wil bovenal dat elk er wel bij vaart,
wil dat Zijn schepsels blij Zijn schepping delen.