Stil komt de avond aanzweven.
‘t Zonlicht zinkt weg in de zee.
Ontwaak nu o nachtelijk leven
zoals het sinds heugenis deed.
‘t Ritme van oeroude tijden
bleef hier nog ongedeerd.
Al wat er de Schepper kan prijzen,
op eigene wijze Hem eert.
 
Zou ik de krekel niet horen
die daar zijn avondlied zingt,
nu eens alleen, dan in koren
saam met wat kwaakt en wat springt?
Wie durft die zangers te storen
lang na het avondrood?
Samen met alt en tenoren
klinkt hun concert rond de sloot.
 
Moet ik mij nu niet verblijden
om deze oorspronkelijkheid
die zo uitbundig bereidde
wat ons nog bleef van de tijd?
Zou ik hiervan niet getuigen
saam met de schepping die bleef?
Heer Jezus, voor U wil ik buigen,
dat ik dit zo beleef!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment