zie daar de stad Mensziel, bijzonder schoon gelegen
ze maakt deel uit van het rijk van de Vorst van het land
de stad deelt, met de Hof van Eden, in Zijn zegen
Hij Zelf bouwde die stad, ze is het werk van Zijn hand

God's tegenstander had de stad genomen
het stadsbestuur was met hem meegegaan
de Vorst der Vorsten, Die had het vernomen
en met Zijn leger is Hij naar de stad gegaan

Hij heeft de stad bevrijd en ingenomen
de vijand is er nog vandoor weten te gaan
de Vorst, Hij liet de stadsbestuurders komen
in boeien kwamen ze voor Hem te staan

waarom hebt ge de stad aan hem gegeven
waar trouw aan Mij, uw Vorst, werd opgezegd ?
de dienst aan hem beviel ons in het leven
we leefden algeheel naar wat ons hart ons zegt

en wat verwacht u, dat Ik u zal geven
voor al uw opstand tegen Mij met deze stad:
u hebt niet langer recht om nog te leven
dat is het loon der zonde voor 't gekozen pad

hebt u inzake dit Mijn oordeel wat te zeggen?
nee, Heer, Gij handelt naar rechtmatigheid
en als Gij het ten uitvoer wilt gaan leggen:
dat is Uw recht in tijd en eeuwigheid

de Vorst beval, om de trompet te steken
en uit te roepen een victoria
dit alles ten bewijze en als teken
van Zijn gehele overwinning hier in gloria

toen sprak Hij: van Mijn Vader heb Ik macht gekregen
om zonden te vergeven als men tot inkeer komt
de gratie van Mijn Vader is zeer groot, dat zijn Zijn wegen,
zo ver, als in een mensenhart niet eens opkomt

Ik vergeef u, Ik heb u weergevonden
ge zult voor Mij weer stadsbestuurder zijn
en het beleid der stad op Mijn recht gronden
de Stad, uw hart, behoort tot Mijn domein

uw vijand is wel weg, maar niet verslagen
hij wil de stad hernemen naar hij zegt
en hij bedenkt weer aanslagen en lagen
zijn handelwijze is in strijd met alle recht

weest niet bevreesd, als hij dat gaat proberen:
Mijn legermacht is er, en die staat u ter zij
en die zal alle kwaad voor u ten beste keren
want u bent weer het eigendom van Mij

Ik zal u van zijn aanvallen geheel bevrijden
Ik ga uw stad herbouwen in Mijn rijk
alles van uw stad zal Ik naar Sion leiden
daar zult ge stralen, bij Mij, buiten zijn bereik

Ik ben gekomen tot herstel van alle dingen
Ik maak een einde aan zijn heerschappij
men zal Mijn lof op aard' en in de hemel zingen
de Hof van Eden en de Stad Mensziel: ze zijn van Mij

bij : de heilige oorlog, van John Bunyan