Altijd wachten op de ander
en hopen op een stil geluk.
Vergeten uren in de tijd,
slechts haastig leven naast elkander.

Genietend in de volle lentezon,
verlangend naar een wonder.
Naar Gods ware liefde rein en puur,
Je denkt: "Dat ik toch alles geven kon".

Toch voel je het als een groot gemis,
het wonder dat heet medemens.
Dan toch leven voor die ander?
Je denkt: "Dat het onmogelijk is".

Je weet: "God verhoort onze gebeden".
Ook van onze medemens die naast ons gaat,
is het leven zo bijzonder.
Je denkt: "Ons verleden is wat wij
voor de ander niet deden".

Maar morgen wel zeker van de ander,
vandaag al niet meer wachten op geluk.
Maar van winterslaap naar zomerzon,
Je weet: "Nieuw leven kan ons veranderen".

Het zijn die vreugdevolle taken
die wij dan willen maken.
Met ons respect voor de naaste.
Elke keer weer onze opdracht
aan hem of haar besteed.
Je weet: "Onze medemens zal ook Zijn vrede smaken".

Binnen onze mogelijkheden en eigen grenzen,
met Zijn belofte voor de toekomst,
doen wij dit alles samen.
Je weet: "Elke medemens heeft zijn eigen wensen".

Met Goedheid stralend van een ieders gelaat,
in vol vertrouwen als medescheppers,
hard werkend aan de levensoogst,
Je weet: "Een nieuwe wereld bestaat".

Juli 2006