Het zijn er velen vol van egowaan,
het "Ikke, ikke en de rest kan stikke(n)"
als kernspreuk, lijfspreuk, past goed deze ikken,
hun IK vergroot ziet d'ander amper staan.

Het liefst in zicht, zijn zij zeer zelfvoldaan,
ze kunnen node delen en zich schikken,
de ander éérst is zwaar voor hen te slikken,
die eerste plaats moet hén gevierd zien staan.

Ze vragen alle aandacht als geen ander,
wat dat betreft is 't ego zonder grens.
Hij wacht tot zelf zij wensen : ' ik verander ',

tot zij de ander naast zich zien als mens.
Slechts één stap verder gaat : "Hebt lief elk-ander !",
Zijn lijfspreuk, voor de mens Zijn liefste wens.


Marcus 12 : 31 Hebt uw naaste net zo lief als uzelf.

-

Reacties mogelijk gemaakt door CComment