het kind in het midden wenkt
“kom erbij
zie, hoe Hij kijkt naar mij
hoe Zijn blik mijn ziel doordrenkt.”

Het kijkt verblijd het kringetje rond
‘k twijfel: “zal ik dan toch maar gaan
en in het midden zitten gaan?”
het kind  lacht met open mond.

Ik liet me overreden, terstond
toen Hij zei:
“word als zij”
en zette me naast haar op de grond.

We kijken nu samen het kringetje rond
roepen verblijd alle twee
“zeg niet nee…”
plaats genoeg hier op de grond.

We spelen allen in het zand
en vinden het plezant
we houden elkanders hand
terwijl Hij ons afwast.