Naast mij staat een medemens
die hard om aandacht roept.
Wat doe ik om zijn hartenwens
te vervullen? Geef ik bloed?

Of trek ik in mijn eigenwaan
zijn lot me liefst niet aan?
Mag mijn naaste echt bestaan?
Hoe zal het hem vergaan?

Soms zit ik zelf wel eens in nood,
ervaar dan het belang
van iemand naast mij, die me toont
zijn liefde in meer dan zang.

Dan weet ik weer hoe het eigenlijk hoort
en ben ik werkelijk blij.
Weet je, soms is één simpel woord
meer waard dan een woordenbrij.

Ja, ik weet: er staat iemand naast mij.
Soms ben ik een naaste voor hem,
soms ook is hij een naaste aan mijn zij
en voel ik me gekend door hem.

Het is of God mij zeggen wil:
“Ik gaf je Mijn gebod
tot liefde, dus wees nu maar stil”.
Mijn naaste is ook een kind van God.