in slaperige straten
zwiept een koord
als schril contrast
tegen de kale vlaggenmast
en verstoort mijn rennen
in de frisse ochtendlucht 

deze laatste dag van april
oogt zo majestueus stil

de kalme sloot kringelt,
moedereend trekt gedwee
in haar v-vormig kielzog
piepkleintjes mee 

voorbij mezelf en de man
met de hamer breek ik
het record tot mijn schrik
en voel de goede benen
glorieus 

na de laatste bocht
wappert blij verbaasd
voor mij
de driekleur 
naast onze voordeur
ik kan mijn ogen niet geloven,
wat lief toch !

ineens  besef ik
in mijn haast
-het was me echt ontgaan-
ach ja, oranje boven 

moe en voldaan
kruip ik vlug
achter een brede, snurkende rug
en denk: 

zij moet de hele dag nog !