In zwarte ruwe nachten
geen licht van maan of sterren
getuigend van Uw zijn
en menselijke angst die telt
in duister stormgeweld

zullen wij, beducht voor stormen,
in Uw trouw geborgen
angstig wachten
op de morgen
dat weer Uw zonlicht keert,
 
straf dan de zware winden
die U niet gezonden hebt
als eens op die ruwe zee
leidt ons kalm water binnen
vaar veilig met ons mee.