Aan het eind van dat ruige stormjaar
beleefden tallozen reeds de 'eindtijd'.
Vernielzuchtig voerde de storm daar
over het ganse land een ijzige strijd.

Hoge bomen leken op strohalmen,
in nood waren we in dit noodweer.
Niets kon 't razend geweld verkalmen,
waar was onze Redder, onze Heer?

In die gure schrikwekkende dagen
voelden we Hem zoveel dichterbij.
Dit maakte 't voor ons lichter dragen,
Hij bracht ons aller harten naderbij.

Menigeen had bittere kou geleden,
voor weer stroomde warmte en licht.
We hebben vurig om Hem gebeden
in 't donker of bij schaars kaarslicht.

Gespeend van vermaak veelal alleen,
wisten we ons toch niet geïsoleerd.
Hij die ons bleef houden op de been,
heeft ons tot wàre rust geïnspireerd.




*  Met de 'kwetterende' telefoon, televisie, en andere communicatiemiddelen hebben we heel weinig tijd om tot rust te komen
   Velen werden gedwongen om naar 'binnen te gaan', gedwongen om deze wérkelijke rust te nemen

Lees ook : Ooggetuigenverslag KNMI - Paul de Bruin :

" hele dorpen zijn dagenlang van de buitenwereld afgesloten geweest...
 geen licht, geen kaarsen, geen batterijen, ook geen brood, want de bakkers werken op stroom...
 haal de electriciteit weg en de maatschappij staat stil ...
"