De storm laat de bomen buigen
soms met een luid geraas vallen ze met wortel en al

De storm rukt de pannen van het dak
en rukt de schutting uit de tuin

Het waait zo hard, in plaats van vooruit te lopen
word ik steeds verder naar achteren geduwd
 
Gelaten wacht ik af tot de wind gaat liggen,
maar bij elk raar geluid, schrik ik op
en kijk ik angstig om me heen
 
De wind huilt ondertussen om het huis heen
en neemt alles wat los zit mee in zijn vaart
 
Het valt me op dat er tussen mijn leven
en de storm veel synoniemen zitten
 
Soms heb ik het gevoel alsof alle last
me wil doen laten buigen of zelfs barsten
 
Soms lijkt het of alle vastigheid in mijn leven
van zijn plaats gerukt wordt.
En wegwaait in de storm.
 
Eindelijk wil ik weer wat stappen gaan zetten,
maar ik kom niet vooruit, sterker nog,
het lijkt wel of ik meer en meer achteruit ga
 
Gelaten wacht ik dan op een
rustiger periode in mijn leven,
maar bij elke gebeurtenis bekruipt me de angst
om nog verder af te glijden
 
Ondertussen word ik opgezogen
door de vaart van het leven.
Steeds verder bij God vandaan!
 
Maar telkens word ik weer stil gezet bij het feit
dat Jezus de storm bestrafte
en tegen de zee zei: Zwijg, wees stil.
En de wind ging liggen en er kwam een grote stilte

(Markus 4 vers 39)
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment