kinderen  staan
weerloos langs
een vernielde weg
met bordjes ‘we need food’
achter hen ligt
hun verwoeste wereld
die door een orkaan
verzwolgen is,
en uitgewoed
 
een razende wind
daagde alles
en iedereen uit
rukte en sleurde
met nooit
geziene kracht
mensen en kinderen
zochten  een
schuilplaats
alleen de tyfoon
kreeg de overmacht
 
slachtoffers lagen
onder het puin
begraven
gekwetsten smeekten
en baden
om Gods hulp
hopeloos zocht men
naar tekens
van leven
in alle miserie
werd nog nieuw
leven geboren
 
en zij
die er nog zijn
gaan levenslang
het trauma
meedragen
van verscheurdheid
en verlies
van dierbaren
die hen
ontvallen zijn
kostbare herinneringen
die  zwalpen
tussen de
wrakstukken
en de modderstromen
 
maar God heeft
vele handen vrijgemaakt
vele harten  geopend
zodat uit alle hoeken
van de wereld
grote zilveren vogels
vliegen
richting Tacloban