Aan de tafel van de Koning
mag je komen zoals je bent,
hoog in aanzien of als arme
of misschien als kreupele vent!

Want dát was immers Mefiboseth,
kreupel en hij kon niet lopen,
hij noemde zich: "een dode hond", 
en had niets om op te hopen.

Maar de Koning liet hem komen
gaf hem een plek en eerherstel,
hij mocht zitten aan Zijn tafel
en het ging hem wonderwel!

Zó roept Jezus jou aan tafel
en deelt het brood en schenkt de wijn,
Hij wast je schoon van jouw verleden,
je hoeft geen verlamde meer te zijn!

En al wat kreupel is en mank
raakt Hij vol liefde aan
zodat jij aan Jezus hand
jouw levensweg kan gaan!

2 Samuël 9:1-13.