De avond was geweest
Het wachten in de tijd verleden
De morgen geworden
En zie, het was zeer goed
 
Oog in oog met hen,
Die hij geliefd had
Besef, dat tijd afzienbaar was geworden
Kijken onafzienbaar
 
Hem zien. Woorden zoekend,
Achtergebleven in wat was
Stil maar, Ik weet het
Beter dan jij denkt
 
In stille overgave tot open armen naderend
Weerloos, van liefde vervuld
Alles is nieuw geworden
En zie, het is zeer goed