Als je maar weet Mijn kind, dat Ik bij je blijf,
nooit meer vergeet, dat Ik de nacht voor jou verdrijf.
Geef Mij je hart, dat Ik daarin heel Mijn liefde schrijf.
Als je maar weet Mijn kind, dat Ik altijd bij je blijf.
O, laat het toe Mijn kind, dat Ik je leid
zonder verwijt van kruis naar heerlijkheid.
Geef Mij je hand en raak die in de mijne kwijt.
Als je maar weet Mijn kind, dat Ik jouw leven leid.
Vertrouw Mij toe, Mijn kind, dat Ik op je let.
Spreek uit je hart. Ik hoor jouw stil gebed.
Geef mij je leven, kind. Bid ook je lofgebed.
Als je maar weet, Mijn kind, dat Ik altijd op je let.
O, luister goed: Mijn kind, dat Mij belijdt
zelfs als je twijfelend strijdt en zucht en lijdt.
Als je maar weet: Mijn troost en kracht verwint jouw strijd
O, heb geloof: Mijn kind, dat blijf je toch altijd.
Houd goede moed, Mijn kind: Ik houd je vast.
Blijf naar Mij uitzien, ook al drukt je zorg en last.
In ieder leed, zelfs als je soms in 't duister tast:
Vergeet maar nooit, Mijn kind: Ik houd je altijd vast.
Als je maar weet, Mijn kind: Ik blijf getrouw.
Word je steeds meer bewust, hoeveel Ik van je hou.
Ik deel jouw zorgen, kind. Zij 't blijdschap, vreugd of rouw,
houd dit maar vast, Mijn kind: Ik blijf je altijd trouw.
Als je maar weet, Mijn kind: Ik breng je thuis.
Breng al je nood en tranen. Breng ze bij Mijn kruis.
Ik sta gereed, Mijn kind, bij nacht en stormgedruis.
Dit is Mijn woord: Mijn kind: Ik breng je veilig thuis.