Ploeterend loop ik door het Dal van Achor,
het zand is heet, de zon is fel,
ik zie geen uitweg, geen verlichting,
het is verschrikkelijk, het is een hel.

Somber ga ik toch maar verder,
weet niet wat dit pad mij brengt,
als er plotseling een open deur is
en een hand die naar mij wenkt.

"Deur van Hoop" staat er geschreven
en vlug snel ik daar naar toe,
bij elke stap krijg ik meer krachten,
bij elke stap ben ik minder moe!

De "Deur van Hoop" gaat verder open
en Jezus neemt mij bij de hand,
Hij wast mij rein met zuiver water
en voert mij naar 't Beloofde Land.

Verkwikt, gesterkt met nieuwe krachten,
mag ik van nu aan zeker weten,
dat door Jezus als de "Deur van Hoop"
ik het Dal van Achor mag vergeten!

Het ligt nu alles achter mij
en God genas mijn zwart verleden,
Hij kleedde mij met klederen van Heil
en wandelt met mij door het heden!