Al gelden meters, mondkap, boetebon,
al heerst er vrees, sinds tijden ongekend,
al gaat het niet zoals men heeft gepland,
al wil men terug naar vòòrdat het begon,

al ziet men donkergrijs de horizon,
al is het iets waar men maar niet aan went,
al voelt men zich verplicht ambivalent,
al weet men niet of morgen schijnt de zon,

de bloemen zullen blijde blijven bloeien,
de stromen stromen immer verder neer,
op God vertrouwen is wat ons doet groeien,

in geen geval laat ik me slaan terneer,
mijn vreugde voor Hem is niet uit te roeien,
ik jubel, ik blijf juichen voor de Heer.


Habakuk 3 : 17-19