Hun horizon helt naar een grijzig grauw,
stil opgesloten in een hart dat treurt,
geen lieflijk lied weerklinkt, geen bloem die geurt,
voor hen geen parelende ochtenddauw.

Wanneer het leven krijgt een diepe knauw
en roze zoetjesaan in zwart zich kleurt,
zwaarmoedigheid 't bestaan aan stukken scheurt,
ziet men geen sterren aan de hemel blauw.

De beste heler blijft altijd de tijd,
als liederen opnieuw ons op doen fleuren,
doch met de Hoogste Heler spaart men tijd,

als bloemen Hij weer heerlijk zoet doet geuren.
De Heer die ieder draagt doorheen de Tijd,
toont steeds de eeuw'ge schittering van kleuren.