Steeds meer verlangen schimmen
naar rust na eindloos dolen
door gangen van schaduw of licht
als in eeuwigheden gevangen.

En steeds keert hunkering
naar komende visioenen van donker
of licht langs beperkte wegen
en herhaalt zich tijd uit verleden.

Banden geklonken rond ledematen
beklemmende angsten die nergens bestaan
maar ons blijven vervolgen onaflatend
gericht als speerpunten met ons gaan.

Oneindig ver jagen gedachten
over vlaktes, bossen, zeeën of meren
gedreven door onrustig gemoed
in steeds verder zoeken naar onszelf.

Eens vindend die rust en vrede
niet waar men altijd heeft gezocht
daar waar men angst en onheil vreesde
is men door Hem toch vrijgekocht.