mijn hart trilt van blijde woorden
ik draag voor wat ik heb gedicht
mijn tong, de stift van een schrijver
bezingt een schoonheid vederlicht 

lieflijk vloeien lippen over
gezegende zielen, oren neigen
van goudbrokaat is haar gewaad
hoe zou ik minnen zonder zwijgen 

als uit ivoren snarenspel
mirre, aloë ons zacht omringen
zoekt een lichaam haar Geliefde
blijft mijn hart voor eeuwig zingen




(naar Psalm 45)