Het regent dat het giet
ze denkt aan toen, aan buiten
langs de betraande ruiten
stroomt vreugde met verdriet

toen ze huilde toen 't goot
toch wilde gaan naar buiten
tien lentes niet te stuiten
maar mam het haar verbood

was 't pap die redding bood
hij maakte 'n hutje buiten
waar ze zich af kon sluiten
met Hem, haar hartsgenoot

bij Hem, de God die ziet
waar ze tranen kon uiten
als druppels vielen buiten
was als een troostend lied