Kom nu maar, zegt Vader,
je kunt het niet alleen;
De weg is zwaar en ongelijk
Ik help je er door heen.

Dus pak mijn uitgestoken hand,
Ik houd je stevig vast.
En geef ook je bagage maar;
Ik draag voor jou die last.

Je hoeft het niet alleen te doen
Ik ben er altijd bij,
echt, leg nu maar gerust, mijn kind,
jouw hand in die van Mij.

Want, kijk hier, in Mijn handpalm
- nee, wees niet trots of bang -
heb Ik zelf jouw naam gegrift;
Ik ken jou immers al
veel langer dan je leven lang.