Heel stil zat ik
te mijmeren
over vroeger.
Hoe ik als kind
vertrouwde
op mijn Heer.
Het leven was zo
goed en zonder
angsten.
Mijn moeder was nabij
en zorgde dat geen ding
mij hinderen kon.
Nu ik ouder ben
en weet van al die
zorgen die me
kwellen.
Nu ik weet van
al het kwaad op aarde,
ga ik naar
Vader in de Hemel
en leg mijn zorgen
bij Hem neer.