Genezing van een melaatse man

Ver van familie, ver van mijn huis
vereenzaamd door wonden van mijn huid
leefde 'k als bedelaar, zwierf en dwaalde
mijn leven bleef hopeloos, ik voeld' hoe ik faalde
ik hoorde spreken over profeten
Men noemde de naam van de grootste profeet
Jezus, een man die in 't land wonderen deed
Hij die brood en vis verdeelde
zieken, gekwetsten en lammen heelde

Ik volgde het volk en zag Hem gaan
Zij liepen in groepen, ik bleef maar roepen
onrein, onrein, ga opzij ver weg van mij
Het had geen baat, 'k werd gehoond en versmaad
'k was voor hen alleen een gevaarlijke rat
hoord' er niet bij, dat had ik gevat  
'k kon beter vertrekken, mezelf steeds bedekken
Ik riep, onrein, onrein,  ik blijf aan de rand
zie ik loop alleen aan de kant.

Die dag op de berg leerde 'k wat liefde was
Nooit had ik iemand als Hij horen spreken
Het gaf mij moed en Hij gaf mij een teken
Hij zei, kom dichter, kom dichter, kom naderbij
'k viel voor Hem neer , wist dit is de Heer
'k smeekte, Heer Jezus U kunt mij genezen
eens genezen hoef ik niets meer te vrezen
Maak mij rein zodat ik waardig door 't leven kan gaan
dan verandert mijn hele bestaan

Medelijdend keek Hij mij aan, in zijn ogen rees een traan
Ik wil wel, Ik wil wel, zo zei Hij, kom dichterbij
wees rein, wees rein, Ik verlos je van al die pijn
't zelfde moment greep Hij mijn hand
het was ontroerend en frappant
mijn huid werd glad en zacht als van een kind
'k voelde Zijn liefde en hoe 'k door Hem werd bemind
Ik wil wel, Ik wil wel, zo zei Hij heel vlug
Ik heel al je wonden zo kun je naar huis terug

De tijd ging voorbij, wij vergeten zo vlug
'k herinner mij goed die tijd terug
toen 'k Jezus voor d' eerste maal zag
'k weet nog het woord dat Hij toen sprak
Ik wil wel, Ik wil wel, Ik weet wat je voelt
Al die ellende wordt nu weggespoeld
Ik wil wel, ik wil wel, genees je op slag
Ik wil, ja Ik wil, zo zei Hij die dag
kom nader, kom nader, Ik maak je vrij
zo krijg je nieuw leven, nieuw leven in Mij