Een diepe zucht vergaat in stilte.
De warmte waar ik naar verlang.
Blijft achter in eenzame kilte.
Maar dan.......
Veegt God de tranen van mijn wangen.
Beantwoordt Hij mijn stil verlangen.
Stroomt warmte door geheel mijn wezen.
Hoef ik geen eenzaamheid te vrezen.
En dus.......
Kan ik mijn leven verder gaan.
Met God in 't midden van 't bestaan.
Mijn tranen heeft Hij doen vervagen
En als ik val, zal Hij mij dragen.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.