Laat Mij heel jouw hart bewonen
want Mijn kind, als Ik daar ben
zal Mijn beker overstromen
Ik die jou ten diepste ken.

Wacht maar af Ik zal betonen
gunstbewijzen, liefd’ en trouw
geef niet op, Ik zal belonen
Ik ontferm Mij over jou.

Ook al loop jij over wegen
langs ravijnen, door een dal
geef niet op, je hebt gekregen
Iemand die beschermen zal.

Ook al moet jij door rivieren
sleept de stroming jou naar zee
blijft de stormwind razen, tieren
weet Mijn kind, Ik ga toch mee.

Jij mag in Mijn huis verblijven
aan Mijn tafel is jouw plek
en Ik zal de angst verdrijven
heb Ik jou niet opgewekt.

Klem je vast en jij zult leven
jij zult gaan vanuit Mijn woord
liefde, trouw zal jou omgeven
bind het vast en zeg het voort.

Ik doordrenk jou met Mijn liefde
ja Mijn heil maakt onbevreesd
zelfs diegene die jou griefde
zal het zien het is Mijn Geest    
die jou kracht geeft.