Het is een troost te weten
dat God ons kent en ziet.
Maar als de mensen mij vergeten
dan helpt dat zeker weten niet.

Dan wil ik graag een ander
die als een trooster naast je staat.
Een samenzijn dan met elkander,
één die je aanraakt, met je praat.

Het is een troost Gods woord te lezen
en weten dat Hij enkel liefde is.
Maar dan zo eenzaam en alleen te wezen
voelt ondanks dat als groot gemis.

Dan wil ik graag die mensenhanden,
die tranen wissen van 't gezicht.
Een voelen van de sterke banden
die je weer dragen naar het licht.

Het is een troost, maar als Gods handen
in mensenhanden zichtbaar blijkt,
is het of in de aardse banden
Gods liefde dubbel voelbaar lijkt.