Ik zag een lief klein lammetje,
het huppelde in de wei,
ik moest er zo om lachen
en het maakte mij zo blij!

Zo was U ook Heer Jezus,
Uw Vaders Troetelkind,
spelende voor Gods aangezicht,
zozeer door Hem bemind.

Het lammetje in de weide,
dat groeide heel erg goed,
het kreeg veel melk en lekkers,
zoals een herder doet.

Maar het Lam van God was anders,
Hij was Gods Lieveling,
Hij bracht ons door Zijn lijden
genade, hoop en vergeving.

Nu is Hij voor óns de Herder,
Hij voedt ons met Zijn woord
en wij zijn nu Zijn schaapjes,
precies zoals het hoort!

Want door Zijn volmaakte offer,
zijn wij nu Gods lieveling
en zijn wij Zijn troetelkinderen,
verzegeld met Gods ring!

Spreuken 8:30-31.