Muren naderen, intens verdriet,
tranen stromen, niemand die ’t ziet.
Wanhoop, vragen, 't gemis erg groot,
leegte, gepieker, enorm de nood.

Niemand begrijpt hoe jij daar zit,
Gods aangezicht zoekt, smeekt en bidt.
Ze leven hun leven, hebben plezier,
kennen geen stilte, groot hun vertier.

Eenzaamheid is moeilijk en zwaar,
niemand dichtbij, geen lief gebaar.
Je zoekt naar woorden, dingen soms klein,
teksten, liedjes, die bemoedigend zijn.

Toch is daar Eén, die jou echt kent,
ziet de tranen, leegte, hoe eenzaam jij bent,
wil troosten, versterken en naast jou staan,
vasthouden, bemoedigen, met jou gaan.
Hij wil de leegte die jou zo benauwt,
vullen met liefde als jij Hem vertrouwt.