Daar zit ze in de gevangenis,
omdat ze in een God gelooft,
hier mag ze spreken over
God en wat Hij heeft beloofd.
 
Al kruipend door de  cellen
door ongedierte en vuil omgeven,
maakt ze de vloer schoon en
spreekt over het eeuwig leven.
 
Haar periode in de gevangenis
was een goede tijd in haar leven,
zij mocht iets doorgeven en velen
hebben Jezus lief gekregen.


 
n.a.v. het boek:
als de olifanten dansen
van Paul Estabrooks, pagina 67/68