Mijn voeten staan aan de grond genageld,
het is onweer in mijn hoofd, het bliksemt en hagelt.
De tijd verstrijkt,
waar moet ik heen, waar kan ik naar toe.
Mijn lichaam wil wel maar mijn hoofd is moe,
het voelt alsof ik niets heb bereikt.

Kom naar mij, zegt de Heer.
Het doet zo'n pijn elke keer,
zeg ik tot hem.
Mijn gedachten slaan op hol,
ze hakken op mij in als een gemene trol,
hij is genadeloos die stem.

En de Heer spreekt weer en zegt:
Je mag zijn zoals je bent, echt
vertrouw op mij.
Ik geef liefdevolle mensen om je heen,
die kun je vertrouwen, je bent nooit alleen,
ik ben je nabij.

Straks gaat het beter, zelfs weer goed,
zie je het leven weer vol goede moed,
zie je jezelf zoals je bent,
zo mooi, zo lief, prachtig en fijn,
dan hoef je niet perfect te zijn,
en voel je je met jezelf verwend.