Zo menigmaal als’k oud’ren zie
denk ik aan een vermogen,
een kostelijk erfenis,
een rijkdom uit den hoge.
Ze maken zich onsterfelijk
door alles wat ze deden,
de offers die er zijn gebracht,
de strijd die werd gestreden.


Zo menigmaal als’k oud’ren zie
bekruipt mij het verlangen
iets van hun grenzeloze rust
en puurheid te ontvangen.
De tijd sleep als een diamant
hun scherpe kanten fijner
en dikwijls werden wensen ook
iets simpeler en kleiner.


Zo menigmaal als’k oud’ren zie
zie ik zoveel daarachter.
Gelijk hun stem iets milder klinkt,
werd ook hun oordeel zachter.
Er is een rijkdom opgebouwd,
niet geldelijk te meten,
een erfenis die menig kind
geen dag meer zal vergeten!


Frits Deubel


15 maart 2006
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment