Ik kom mijn
innerlijk meisje (ventje)
even bij U brengen
zet haar(hem) bij U
op schoot
want ze (hij) vraagt
om aandacht
die ik haar (hem)
niet bood.
 
Ze (Hij) was zo
druk in mij en
ik besefte
dat ze (hij) eigenlijk op
die manier
probeerde om
gezien te worden
wanhopig roepend:
ik ben hier!
 
En ik keek
naar haar (hem) en
doorzag het
diep verlangen
naar ‘zijn’
in plaats van
beoordeeld worden
op ‘leuk’ of ‘lastig’
als refrein.
 
Nu luister ik
naar haar (hem) en
geef de kans
om bij U, Jezus
in te halen
en volmaakte
aandacht te ervaren
zodat ze (hij) haar (zijn) positie
weer kan bepalen.
 
En U zegt tegen haar (hem)
dat het goed is:
‘jij bent jij’
en dat maakt U
wonderlijk
blij!