Een lange stoet trekt voort
van lange rijen mensen
waarin men veel klachten hoort,
van hen, die zware last verwensen.
Te zwaar is bijna die last
om zo hun doel te bereiken.
Toch klinkt als groot contrast
met hun klacht niet te vergelijken
zang, van mensen die niets dragen.
Die vrolijk zingend verder gaan,
en die aan de dragers vragen;
"Klaag niet, rijk ons uw lasten aan.
Laat ons u toch ondersteunen.
Wij wierpen onze lasten af.
Wij hebben Iemand om op te leunen.
Hij draagt onze lasten en onze straf.
Waarom zou u dan nog dragen?
Kom recht uw rug, zing met ons.
Loop snel door, stop met klagen.
Zo u niet sneller loopt,
sluit straks de poort,
en wordt u buiten gesloten.
Werp uw last op Hem, en maak voort.
Het wordt donker, gij zult u stoten.
Eens gaan de poorten voor eeuwig dicht,
dan staat u in het nachtelijk duister.
Dan ziet u nimmer meer het eeuwig licht,
en bent u verstoken van Zijn luister!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.