een vloed van tranen, veel te lang bestreden,
vloeien eigenmachtig naar beneden

ze trekken sporen op je wangen
en bespatten dan je handen

er lijkt geen einde aan te komen
steeds rijkelijker gaan ze stromen

als een onuitputtelijke bron
die geen macht nog blussen kon

de teleursteling van jaren
lijken deze tranen te vergaren

zij zijn 't leed dat niet verstomde
het zout in nooit genezen wonden

doe dan, vertrouwend, je vermoeide ogen dicht
en hef naar Jezus je betraand gezicht

als dan voor je ogen klaart de mist
heeft Hij jouw tranen, liefdevol, gewist