Kind waarom nog zo verdrietig,
Waarom tranen in de nacht?
Waarom voel je je zo nietig,
Hier bij mij is troost en kracht.

Draag je kruis geduldig verder,
Op de weg naar het Vaderhuis.
Ik ben toch jouw Goede Herder,
‘k Draag je als een schaapje thuis.

Ik weet van je koude nachten,
Van je gemis en eenzaamheid.
Maar Ik geef je nieuwe krachten
En uitzicht op Mijn heerlijkheid.

Kind, op Mij kun je vertrouwen,
Ondanks rouw en bitt’re pijn.
Op Mijn beloften kun je bouwen
Ik wil jouw weg en toekomst zijn.