De redding van de mens was vastbesloten in Gods raad:
toen Hij de wereld schiep, heeft Hij het zaad
van bomen, waaruit krib’ en kruishout werd gezaagd,
met zorg gelegd in de aard’.

Het ijzererts, waarvan de spijkers en nagels zijn gegoten,
die wreed door Jezus' handen en voeten zijn gestoten,
is bij de schepping door God Zelf in aardlagen besloten,
en in de tijd door de mens eruit gestoken.

Voordat de mens in ’t Paradijs van God was weggelopen,
vóór satan hem de kroon van ’t hoofd kon stoten,
had het Lam vanaf de schepping reeds Zijn bloed vergoten.
Het reddingsplan was vastbesloten!

Ef.1:4 | Opb.13:8 | Spr.8:22-31 | 1 Petr.1:20

Dit gedicht is geïnspireerd op een uitleg over Gods reddingsplan, door Max Lucado.