Wie ben ik Heer?

Ben ik die diep bedroefde vrouw,
die bij het kruishout wezen wou,
die 't sterven van haar Zoon wou zien,
ben ik die vrouw misschien?

Of ben ik zij, die op haar pad,
de olie voor haar lamp vergat
en toen de morgen eindelijk daagde,
de Bruidegom sprak: "Gïj dwaze maagden!"

Of zelfs die vrouw, ja misschien wel haar,
die met een simpel klein gebaar,
de zoom aanraakt van Jezus' kleed
en genezen werd waaraan ze leed!

Ja, misschien wel zij, die overal zocht,
totdat ze het penninkske vinden mocht
en toen ze het vond, loofde de Heer,
want wat ze kwijt was, vond ze weer!

Of heb ik, net als die vrouw, ondertussen,
mijn Heilands voeten bedekt met mijn kussen,
gewassen met de tranen uit mijn ogen
en daarna met mijn haren willen drogen?

Ben ik dan zij, die zat aan de bron,
waarvan Jezus zomaar zeggen kon:
"Je leeft in zonden, doe dat niet meer",
ben ik soms die vrouw, oh zeg het mij Heer?

"Nee", zegt de Heer, "die jij nú bent,
dat is de vrouw die Jezus kent,
die wil zitten aan Zijn voet,
gereinigd door Zijn kostbaar bloed".