de tijd van overleven
en vragen uit handen geven
de tijd van niet begrijpen
van geloof dat moet rijpen

de tijd van treurige gezangen
en reikhalzend verlangen
de tijd van op doorreis zijn
dwars door verdriet en pijn

maar als de tijd verstreken is
dan zie je de betekenis
God was je niet vergeten
jouw kleren niet versleten

ook al zag jij het even niet
Hij bleef nabij in het verdriet
je was in al jouw pijn en leed
steeds met Christus omkleed