Terwijl ik woorden weeg en keer
met in mijn hart de bede
of ik met wijsheid troosten mag
lijkt hier in stilte alles al gezegd.

Haar lichaam is zo zwak en teer
maar in haar ogen glanst een vrede
alsof zij al de toekomst zag
die God voor haar heeft klaargelegd.

Ontroerd zet ik mij naast haar neer
vol blijdschap om haar vrede
waardoor zij mij nu troosten mag
God heeft het voor ons beiden klaargelegd.