Wij zijn een schild van zwijgen,
spreken door ons zijn;
luisteren aandachtig naar het gezicht,
de groeven en de droge lippen,
naar duimen die de foto strelen.

Hij spreekt niet mis te verstaan
woordeloze woorden van grote pijn,
van het bijten van niet langer samenzijn.

Wij verdelen zijn stilte onder ons,
dragen die behoedzaam naar onze zielen.

De verre klok zwijgt met ons mee;
tijd gaat sluipend aan ons voorbij,
zal ons nu niet storen.


bij Job 2: 13