Mijn boom schudde van onzekerheden.
Waar was mijn God toen ik Hem riep?
De twijfel viel als bla'dren naar beneden.
Is er een God die alles schiep?
En zal Hij als een vader mij bewaren
voor storm en zware tegenwind.
Blijft Hij mij ook voor alle onheil sparen,
ben ik nog Zijn geliefde kind?

Mijn vruchten vielen op de natte aarde
als voorwerpen van alle aards bestaan.
Is dat wat ik een levenlang vergaarde
en zal dit alles langzaamaan vergaan?

Toen klonk de wind door alle takkenarmen.
'Mijn kind hoor toch mijn stem in zon en regen.
Ik die je voedde en je bleef verwarmen,
zie toch in deze vruchten heel mijn zegen.' 

Nu wil ik zacht als in de psalmen zingen:
'Nochtans, ik zal U loven in mijn lied.
Ik weet: De Heer doet voor mij grote dingen
al zien mijn aardse ogen dat vaak niet.'

De vruchten, die gevallen, leken te vergaan
verspreiden 't zaad als bomen tot Gods lof.

O Heer, blijf zon en wind van mijn bestaan
en plant me eens toch in Uw eigen hof.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment