Mijn vader ligt te wachten
	te wachten op zijn God
	moe gestreden
	moe gebeden
	ligt hij daar terneer
	te wachten op zijn Heer.
	'Als kind’ren staan wij hier omheen
	 zien zijn lijden en zijn klagen
	 er rijzen vele vragen
	 o God hoort U zijn geween?'
	Weken werden hem gegeven
	langer had hij niet te leven
	het einde zou nu komen
	het afscheid was genomen
	verwachtend lag hij neer
	te wachten op zijn Heer.
	Jaren ligt hij al te wachten
	te wachten op zijn God
	soms mag hij hopen
	nu is het afgelopen
	verlangend ligt hij neer
	te wachten op zijn Heer.
	'We begrijpen dit niet Heer
	 de twijfels drukken ons terneer
	 biddend kloppen we bij U aan
	 laat Uw kind toch huiswaarts gaan.'
	Eerst mocht hij blij getuigen
	in ’t hemelkoor ging hij nu juichen
	het einde was nabij
	wij stonden aan zijn zij
	op zijn gezicht
	een hemels licht.
	Nu ligt hij stil terneer
	te wachten op zijn Heer.
	Zijn liefste was nabij
	ze week niet van zijn zij
	toch was haar einde daar
	haar levenstaak was klaar
	God haalde haar naar huis
	zij is nu eeuwig thuis.
	Eenzaam ligt hij neer
	te wachten op zijn Heer.
	'We begrijpen dit niet Heer
	de twijfels drukken ons terneer
	vragend kloppen we bij U aan
	waarom mocht hij niet huiswaarts gaan?'
	Mijn vader ligt te wachten
	te wachten op zijn God
	het leven vol met vragen
	is voor hem niet meer te dragen
	verward ligt hij terneer
	hij kan niet meer…
	stil ligt hij te wachten
	op de roepstem van zijn Heer 
	'Vergeef ons onze twijfels Heer
	 schenk ons vertrouwen keer op keer
	 wetend de tijden zijn in Uwe hand
	 U zult hem brengen in het hemels vaderland.'
	Mijn vader lig te wachten
	te wachten op zijn God
	hij weet: ik ben geborgen
	eens komt de nieuwe morgen
	dan mag ik wonen dicht bij Hem
	in het nieuw Jeruzalem.
	Ik moet alleen nog wachten
	tot ik de stem hoor van mijn Heer.
                    
-