de vakantie kan beginnen,
de koffers zijn gepakt.
we zijn, net als ieder ander jaar,
weer zwaar bepakt en bezakt.

de koffers keurig ingepakt,
dat is het meeste werk.
want als alles al heel vol zit,
dan nog dat jurkje voor de kerk.

en als het nou eens koud wordt,
dan moet dat vest nog mee.
dat lekk're warme fleece vest.
't is soms zo koud aan zee.

het wordt dus passen en meten,
elke centimeter moet benut.
koffers sjouwen, dat wordt zweten.
manlief roept: "wat een prut!"

"wat heb je weer veel ingepakt,
de helft is overbodig!"
hij denkt, dat hij mij goed kent,
ik heb het allemaal toch nodig.

          ----------

voor de reis door het leven,
pak ik mijn koffer ook zo vol.
de zorgen stop ik in een hoekje,
van piekeren staat het deksel bol.

mijn angst heeft een veilig plekje,
lekker diep weggestopt.
en ongeduld zit aan de zijkant,
het lijkt of het allemaal klopt.

          ----------

Vader van mijn levensreis,
leer mij op U te vertrouwen.
zodat deze bagage niet nodig is,
ik hoef niet zoveel mee te sjouwen!