De jongste zoon is hoofdpersoon.
Zijn levensstijl viel uit de toon.
Maar hij keert zich om, met spijt vervuld,
naar Vader, en erkent zijn schuld.

De oudste zoon, daar draait het om.
Zijn leven is een optelsom
van werken en ondankbaarheid.
Voor Vaders feest neemt hij geen tijd.

Het draait niet om de oudste zoon.
De jongste is geen hoofdpersoon.
De liefde van de Vader is
de kern van de gelijkenis.