De tafels die ik leerde
zijn bij mij ingesleten.
Maar wat ik ook probeerde,
die van zeventig was ik vergeten.

Waar is het woord gevallen
dat ik meedroeg in mijn hoofd?
Wie noemt mij de getallen
en wat ik had beloofd?

Het lied heb ik verdrongen,
de opdracht was te groot.
Totdat een kleine jongen
het melodietje floot.

Ik herinner mij de taal
van wegcijferend geduld:
'Tot zeven maal zeventig maal
vergeef ik een ander zijn schuld.