Wij mochten zeven dagen met jou delen,
een engeltje zo lief, zo teer, zo klein.
Je was te jong om mee te kunnen spelen,
met vijfentwintig weekjes mocht dat niet zo zijn.

Jij was zo mooi en zo volmaakt geboren,
om door te gaan, het leven te omarmen.
Een hartenwens die langzaam ging verloren,
om jou met onze liefde te verwarmen.

Met vijfentwintig weekjes keek je ons al aan,
met wimpertjes en golvend engelenhaar.
Te mooi voor deze wereld moest je van ons gaan,
naar zoveel kindjes meer: één grote Engelenschaar.

Lieve kleine Fallon, in ons hart gedragen,
je bent nu weer gelukkig zonder pijn.
Wanneer jouw kaarsje brandt, dan zal ik vragen,
wees héél gelukkig, dan zal ook ik dat zijn.

Fly on little wing…
Anton van der Haar