In de moederschoot ontstond jij,
jij werd liefdevol verwacht,
werd gekoesterd diep van binnen,
toegefluisterd, dag en nacht.

Hunkerend en vol verlangen,
werd jouw bedje klaargezet
en jouw kamertje behangen,
alles met plezier en pret.

Nog vreugdevol, intens genietend,
kwam ineens de ommekeer,
weg het schoppen en het leven,
plotseling was jij niet meer.

Levenloos werd jij geboren,
toch heel mooi en erg compleet,
een ontvangst, maar ook een afscheid,
iets dat niemand ooit vergeet.

Heengegaan nog voor jij licht zag,
bij de Heer, nog voor jij kwam,
maar gelukkig dat de Vader,
jou vol liefde tot Zich nam.

Jij was erg geliefd en welkom
en de Vader weet waarom,
jij terugging naar de Hemel
en soms vragen wij er om.

Maar wij moeten jou daar laten
in Gods liefdevolle hand,
totdat wij jou eens terugzien
in het Hemels Vaderland.


 

Geschreven voor twee kindjes uit mijn omgeving die in de buik van hun moeder zijn gestorven. Erg geliefd en erg gemist, maar veilig bij de Vader.