vandaag wil hij
geen dichter zijn
gedachtelozer,
lichter zijn en zonder
woordendwang
zijn hart breekt nu
in iedere zin
hij graaft zich alsmaar
dieper in zijn eigen
dichtersgraf
als straf voor ’t
oeverloze denken
het haten en het krenken
de weemoed en de tranen
in zijn hoofd
hij staakt het
verwarring stichten in
ongrijpbare gedichten
en gelooft
dat zij hem dan
niet meer deren
ach, hoe sneu is ’t dan
te leren dat het dichten
immer weer
toch het denken
achterhaalt en zoals
zovele keren zal hij
triest gedachten lezen
die hij ongemerkt
al had vertaald


Anne M. Hoogveld